• ‘Als kind moet je veilig op kunnen groeien, goed verzorgd worden en kunnen ontdekken wie jij bent, wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Soms zijn er problemen thuis waardoor dit lastig is. Wij zijn er voor jou en helpen de problemen thuis aanpakken. Zodat jij veilig verder kunt.’

    Anoek Janssen, gezinsmanager Jeugd Veilig Verder

Ondertoezichtstelling

Als er grote zorgen zijn over de veiligheid en ontwikkeling van een kind, kan de kinderrechter een kind onder toezicht stellen. Daarvoor heeft hij eerst gesproken met de Raad voor de Kinderbescherming, met het kind zelf en met de ouders. Een ondertoezichtstelling (OTS) betekent dat het kind en zijn of haar gezin, verplicht hulp krijgen van een gezinsvoogd van Jeugd Veilig Verder om ervoor te zorgen dat het thuis weer veilig wordt. Bij Jeugd Veilig Verder noemen we een gezinsvoogd gezinsmanager.

Ondertoezichtstelling uitgesproken
Nadat de rechter de ondertoezichtstelling heeft uitgesproken, komt een gezinsmanager (gezinsvoogd) van Jeugd Veilig Verder bij een gezin op huisbezoek. Daarna gaan ze samen werken aan oplossingen voor de problemen. Samen met het gezin maakt de gezinsmanager een gezinsplan om de situatie thuis te verbeteren. De gezinsmanager wordt tijdens de ondertoezichtstelling betrokken bij de opvoeding van het kind en bij alle belangrijke beslissingen.

De kinderrechter legt de ondertoezichtstelling op voor maximaal een jaar. Tegen het einde van dat jaar bekijken we of het nodig is om het te verlengen. De ondertoezichtstelling stopt altijd als een kind achttien jaar wordt.

Meer info

Verschil ondertoezichtstelling en voogdij

Wanneer er sprake is van ondertoezichtstelling, wijst een rechter een gezinsvoogd toe. De ouders hebben dan nog steeds ouderlijke macht, maar zijn verplicht de hulp van een gezinsvoogd te accepteren en belangrijke beslissingen met de gezinsvoogd te overleggen. Een gezinsvoogd is een professional van een gecertificeerde instelling.

Dat is anders bij een voogd. Een voogd is iemand die in beeld komt nadat bijvoorbeeld de ouders zijn overleden, of uit de ouderlijke macht zijn gezet. Een voogd heeft daarom wel ouderlijke macht. Wanneer er sprake is van een voogd waarbij de ouders wel nog in leven zijn, zal de voogd proberen de ouders wel bij het kind te betrekken.